Menu

Koortslip

Een pasgeboren baby is erg vatbaar voor infecties. Het herpesvirus, wat de koortslip veroorzaakt, kan je baby ziek maken. Wanneer je zelf een koortslip hebt is het belangrijk om goed op je hygiëne te letten. Draag eventueel een mondkapje en was goed je handen ter voorkoming van besmetting. Laat bezoek met een koortslip niet langskomen in de kraamtijd! Als er na die tijd bezoek komt met een koortslip, laat deze dan niet zoenen of knuffelen met de baby. Zeker totdat hij 1 jaar is.

  1. Vermijd direct contact: Probeer direct contact tussen de baby en personen met een koortslip te vermijden. Dit omvat kussen, knuffelen, of aanraking van het gezicht.
  2. Handhygiëne: Zorg voor strikte handhygiëne. Was je handen grondig met water en zeep, vooral voor het aanraken van de baby, het bereiden van voedsel en na elk contact met de koortslip.
  3. Gebruik een mondmasker: Als iemand in de buurt van de baby een actieve koortslip heeft, kan het dragen van een mondmasker beschermend zijn.
  4. Kus niet op de handen of mond van de baby: Vermijd het kussen van de handen of mond van de baby, omdat het virus kan worden overgedragen door direct contact met deze gebieden.
  5. Voorkom delen van gebruiksvoorwerpen: Vermijd het delen van gebruiksvoorwerpen, zoals flessen, lepels of speelgoed, tussen de baby en iemand met een koortslip.
  6. Houd nagels kort: Houd nagels kort om te voorkomen dat het virus zich onder de nagels nestelt, wat kan gebeuren bij krabben.
  7. Blijf op de hoogte van symptomen: Wees alert op symptomen van een koortslip bij jezelf en anderen in de omgeving van de baby. Vermijd contact als er tekenen van een uitbraak zijn.
  8. Vermijd zoenen als je symptomen hebt: Als je zelf symptomen van een koortslip hebt, vermijd dan het kussen van de baby totdat de koortslip volledig is genezen.
  9. Informatie delen: Informeer familieleden en verzorgers over het belang van het vermijden van direct contact met de baby als ze symptomen van een koortslip hebben.
  10. Overleg met een zorgverlener: Bespreek eventuele zorgen over het risico op besmetting met een zorgverlener. Ze kunnen specifieke adviezen geven op basis van de individuele situatie.