Menu

De hielprik

In de eerste week na de geboorte wordt wat bloed afgenomen uit de hiel van de baby. Dit bloed wordt in een laboratorium onderzocht op een aantal zeldzame ziektes.

Waarom een hielprik?

Meestal maakt een medewerker van de Jeugdgezondheidszorg een afspraak met jou en je partner voor het uitvoeren van de hielprik. Je moet hiervoor toestemming geven. Soms doet de verloskundige of huisarts de hielprik of het ziekenhuis als jullie daar nog zijn.

Op welke ziektes wordt onderzocht?

In het laboratorium wordt het bloed van je baby onderzocht op meer dan 26 verschillende aandoeningen, zoals:

  • een aandoening van de schildklier
  • een aandoening van de bijnier
  • een bloedziekte (sikkelcelziekte)
  • taaislijmziekte
  • een aantal stofwisselingsziekten.

Deze aandoeningen kunnen erfelijk zijn, maar komen gelukkig niet vaak voor. Snelle opsporing kan schade aan de gezondheid voorkomen of beperken. Deze ziektes zijn niet te genezen, maar wel te behandelen met bijvoorbeeld medicijnen of een speciaal dieet. Blijkt dat je kind een zeldzame ziekte heeft, dan worden jullie doorverwezen naar een kinderarts.

Meer informatie

Lees meer informatie over de hielprik (RIVM)